Saskia Dellevoet
Saskia Dellevoet werkt sinds 2020 bij Art-fact

Ik ben Saskia Dellevoet. Ik werk bij Art-fact als programmamaker Buurtcultuur en Kunst met impact. Mijn werk en privé is, op de keper beschouwd, goed in elkaar getwijnd. Als vrijetijdsbeoefenaar werk ik in de discipline beeldend met textiele kunsten en weven. Het zijn vaak cross-overs met muziek, fotografie en poëzie. Omdat ik verbinding met 'soortgenoten' in mijn vrije tijd belangrijk vind, ben ik lid van Atelier ’78 in Goirle.

Textiel en weven

Zot ben ik ervan, textiel en weven. Al vanaf zeer jonge leeftijd was ik altijd bezig met draadjes en stof. De naaimachine van mijn moeder vond ik bére-interessant: een Bernina met een donkerbruine draaiknop, de naald die op en neer ging. Als kind en tiener handwerkte ik thuis én in verenigingsverband op de handwerkclub van ons wijkcentrum Het Bremhuis (Veldhoven). Ik was als enig meisje ook lid van de jongens-hobbyclub waar ik timmerde, figuurzaagde en emailleerde. Op school was ik het meest in mijn hum bij de taallessen én in het handenarbeidlokaal. Ik vond werkelijk alles leuk maar vooral dat wat met ambacht te maken had. Dat is eigenlijk nog steeds zo. Terwijl ik stopte met jazzballet, tapdansen, zang- en pianolessen omdat ik een jaar als au-pair naar Parijs vertrok, is textiel overgebleven. De rode draad in mijn leven. Het is een sterk gevoel van voldoening als ik 'bezig' ben, zo sterk dat ik vijf jaar geleden Textiele Kunsten en Weefontwerp aan de Academie Antwerpendko (deeltijdskunstonderwijs) ben gaan volgen. Na wat losse masterclasses heb ik in 2017 ook de draad van het verenigingsleven weer opgepikt: ik weef sinds 2017 bij Atelier ’78 in Goirle. Het geeft een enorme inspiratie en voldoening om met andere vrijtijdsbeoefenaars en -kunstenaars uit Goirle, Tilburg en omgeving samen in één ruimte te werken.

Handtuften

 

Mijn inspiratiebron: het leven

Inspiratie ontstaat wanneer iets me emoties geeft. Mijn jaarwerken voor Textiele Kunsten, Stella, Legmatics en Stella’s sister waren een soort zelftherapie, mijn verhaal van kind tot de volwassen vrouw die ik nu ben. Bij het dubbelweefsel waaraan ik nu werk, ben ik verwonderd door kleuren en roept het in mij een vrolijk klein meisje op. De intelligentie zit in mijn handen, ik bedenk het ontwerp niet vooraf. Alle werken ontstaan tijdens experimenteren, ik zit dan echt in een andere dimensie.

Stella's Sister

 

Thema’s

Vrouw zijn, mijn lichaam, natuur en vergankelijkheid zijn voor mij belangrijk. Maar zelfs met dat gegeven weet ik nooit waar ik uitkom. Zo heb ik voor kunstbeschouwing een filmpje van Shirin Neshat als uitgangspunt voor mijn schetsboekopdracht gekozen en kwam ik uit bij sluiers en champignons. Ik vind het té gek dat je brein soms onverklaarbare sprongen maakt die je van te voren nooit kunt voorspellen. Bij weven is het vaak de cadans van het getouw of in een techniek duiken. Ik ben een heel eigen taal aan het ontwikkelen, die is onderdeel van mij. Ik heb geen ambities om mezelf continu als 'kunstenaar' weg te zetten, het is een passie. Af en toe mee doen aan een expositie is leuk maar in de eerste plaats werk ik met textiel en weef ik om in verbinding te blijven met mezelf.

"Ik word er blij en gelukkig van, daarom werk ik graag met textiel, daarom weef ik. Ik kom tot rust, de omgeving om mij heen verdwijnt en ik zit in mijn eigen wereld."

Mijn superheld: Luke Jerram 

Ik heb niet slechts één enkele superheld(in) op het gebied van textiel en weven. Er wordt zoveel prachtigs gemaakt en door veel verschillende mensen, professionals én vrijetijdskunstenaars. Die scheiding voelt wat ongemakkelijk en hoeft er wat mij betreft niet altijd te zijn.
Wat betreft community-art is Luke Jerram mijn eerste bewuste kennismaking met het vakgebied en tevens mijn held. Hij werkt interdisciplinair en bedenkt prachtige projecten en concepten met cross-overs tussen kunst en wetenschap. Ik heb met hem samengewerkt tijdens Incubate 2014 voor zijn project Lullaby. Dat heb ik samen met Suzanne Keurntjes voor Incubate uitgevoerd. Als je het filmpje bekijkt en die blije gezichten ziet, dan zie je waardoor ik zo geraakt werd in dit project: het dééd iets met mensen.

Verwonderd door kleuren

 

Van community-projecten naar community-art

Door Lullaby was ik, uitgedrukt in positieve zin, 'de klos'. Het zette me in beweging om mijn werkleven én privé-leven anders in te richten. Van 2014 tot 2020 heb ik met mijn bedrijf Hocus-Pocus-Focus een switch gemaakt van full-time ZZP-mediacoach voor bibliotheken en onderwijs naar 1/3 mediacoach-schap en 2/3 community-art en erfgoedprojecten. Maar ik bedenk nu dat ik eigenlijk al veel eerder aan het zoeken was naar de verbinding taal, digitale media, kunst- en cultuur. Nadat ik gestopt was als docent Nederlands aan PABO Theo Thijssen (Hogeschool Utrecht), ben ik ruim 4 jaar domeinspecialist Educatie geweest bij Bibliotheek Midden-Brabant. Ik deed de opleiding Mediacoach en ontwikkelde onder meer concepten rond mediawijsheid, leesbevordering en cultuureducatie. Zo maakte ik Moordspel Whodunnit met input van maatschappelijke stagiairs, jongens van 2College Wandelbos. Het was een innovatief spel (rondleiding) over een fictieve gifmoord in de bibliotheek, die naar 7 verdachten leidde. Zij hadden allemaal een andere persoonlijkheid, andere hobby’s, boekenvoorkeuren, mediagebruik, enz. Het resultaat was voor mij een vergelijkbare wow-ervaring als die ik had bij Lullaby: impact, dit dééd iets met de jongeren. De hele school had het erover. Uit nieuwsgierigheid kwam ook de directeur het spel spelen. Al was dit een community-project met impact, het onderdeel 'art' zat er nog niet echt in. Dat kwam later in mijn eigen projecten. Uitgangspunt was altijd verleden-heden-toekomst en altijd samen met anderen: samen bedenken, samen maken, samen delen, samen vieren. Met de uitkomsten van buurt- en web-onderzoek; vele gesprekken en koffie met buurtbewoners en Tilburgse organisaties ontwikkelde en voerde ik artistieke concepten uit als maker en projectleider/coördinator. Vanaf 2016 deed ik dat ook in opdracht van Art-fact als cultuuraanjager en cultuurcoach. Projecten Camping Textielplein en Kasteel013 zijn voorlopers van buurtcultuur die meer richting een programmalijn gaan, zoals we het nu met Art-fact insteken.

Experimenteren en reflecteren

Aan mislukkingen doe ik niet. Alles wat ik doe op het vlak van kunsten is een organisch experiment. Ik weet niet altijd vantevoren waar ik uitkom. Je kunt iets niet goed uitgevoerd vinden en toch samen iets bijzonders gemaakt hebben. Bijvoorbeeld de Blauwslootzwerfjurk, een onderdeel van het project Blauw Tilburg, waarmee Suzanne Keurntjes en ik de voormalige Tilburgse blauwsloten tijdelijk op de kaart hebben gezet met artistieke interventies in Tilburg Oud-Noord, Noord en Centrum. In eerste instantie deden we dat in opdracht van Social Innovationweek en Incubate 2016. Het concept was een jurk, 2 meter hoog, 5 meter doorsnee, bestaande uit 13 stukken die allemaal naar een locatie in Tilburg gingen en bewerkt werden door Tilburgse handwerksters, kinderen van basisscholen, bewoners van zorgcentra, bezoekers van buurthuizen op locatie én ons eigen atelier onder de Heikant/Wever. Er hebben zo’n 250 mensen aan meegewerkt. De jurk is naar 3 plekken gereisd, van wijken naar Festival Mundial. Mijn conclusie: als community-project zeer geslaagd, de artistieke kant wat het echt tot community-art zou maken, had beter gekund. Het wow-effect van het eindresultaat kwam niet uit de verf zoals ik in mijn hoofd had. Het is door deze zelfreflectie dat ik Textiele Kunsten ben gaan volgen: ik wilde artistiek groeien. Het is dus niet zozeer een mislukking maar eerder een eyeopener waaraan ik zelf een actie koppelde.

Succesverhalen gaan vooral over impact 

Succesverhalen of -projecten zijn voor mij niet altijd gekoppeld aan bezoekersaantallen. Het gaat mij meer om impact: wat doet het met iemand. Impact is niet altijd te meten. Met een groep Somalische vrouwen handwerken en verhalen uitwisselen; met mensen die ik helemaal niet kende, een fietsroute uitzetten (ik heb nog steeds contact met ze); een wijkgenoot die onlangs vertelde dat ze wel 5 vrienden aan een van mijn eerste community-(art)-projecten heeft overgehouden, dát zijn voor mij de parels. En hierbij speelt voor mij altijd mee dat je als maker zichtbaar en in contact blijft en niet even een projectje komt doen uit je eigen koker en vervolgens weer verdwijnt. Het staartje ontbreekt vaak, vind ik. In het programma Schônste wijk zijn voor mij echt álle facetten van community-art en werken in een buurt voorbij gekomen. Dat ik een lange adem heb, mag duidelijk zijn. Dat is ook nodig als je via buurtcultuur interventies met kunst als middel uitzet en streeft naar kunst met impact. Het eindigde in 2020 maar de uitkomsten van Schônste wijk bewegen organisch mee naar een programma Muurschilderingen wat ik op dit moment met Art-fact aan het uitwerken ben. Privé trouwens ook. Materialen waarmee ik werk, zijn aangevuld met plastics.

Experimenteren met plastics

 

Ambitie: meebewegen met dat wat zich aandient

Ik heb geen vaste stip op de horizon, de horizon en de stip bewegen met mij mee of ik loop er naartoe. Voor mijn vereniging ben ik bewuster dan ooit van het belang dat je je als lid moet inzetten voor het behoud ervan. Maar of de vereniging dat ook zo ervaart? Ik deel vrijwillig mijn sociaal kapitaal. Ook als vrijetijdskunstenaar doe ik wat ik voel dat ik moet doen, het gebeurt vanzelf als ik naar mezelf luister. Wat betreft mijn ambitie bij Art-fact: ik zou Buurtcultuur en Kunst met impact nóg zichtbaarder willen maken door mooie projecten en programma’s te ondersteunen en mogelijk te maken. We hebben een goed beleidsplan en hebben al veel mooie stappen gezet. De komende jaren wil ik programma’s met een duurzame insteek mogelijk blijven maken en waar nodig zelf aanjagen of ontwikkelen met huidige en nieuwe contacten, met, door en voor de gemeente Tilburg. 

Ik ben nieuwsgierig waar Marieke van Middelkoop zich mee bezig houdt. Zij is project-collega, cultureel entrepeneur en zingt.